De Engelandvaart

1. Wat is een Engelandvaarder?
2. Wie waren de Engelandvaarders en wat waren hun motieven?
3. Aantallen en routes
4. In Engeland
5. Meer weten?

1. Wat is een Engelandvaarder?

De meeste mensen zullen bij het horen van het woord Engelandvaarder denken aan personen die tijdens de Tweede Wereldoorlog met een bootje de Noordzee overstaken om zich daar bij de geallieerden aan te sluiten. Dat is ook het beeld dat in veel films, tv-series en boeken naar voren komt.

Echter, slechts een klein deel van de Engelandvaarders heeft deze route over de Noordzee gekozen. Negen van de tien Nederlanders die zich Engelandvaarder mogen noemen, hebben namelijk een zuidelijke route genomen. Deze begripsverwarring maakt een nadere definitie noodzakelijk:

“Onder Engelandvaarder wordt verstaan de toenmalige Nederlander of Nederlands onderdaan die na de capitulatie van Nederland op 14 mei 1940 (Zeeland een aantal dagen later) en uiterlijk op 6 juni 1944 (D-day) tegen de wil van de vijand uit enig bezet gebied behorende tot het Koninkrijk der Nederlanden zoals zich dat bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog heeft uitgestrekt, dan wel enig ander door de vijand bezet of vijandelijk gebied heeft verlaten met de bedoeling een persoonlijke bijdrage te leveren aan de geallieerde oorlogsvoering.” Bron: Nationaal Archief

2. Wie waren de Engelandvaarders en wat waren hun motieven? (naar boven)

Het overgrote deel van de Engelandvaarders bestond uit jonge mannen, meestal niet gebonden aan vrouw of kindernen. Onder hen waren veel zeevarenden en studenten. Binnen bepaalde netwerken motiveerden ze elkaar de tocht naar Engeland te maken. Ging bijvoorbeeld één persoon uit een jaarclub of vriendengroep op pad, dan volgden er vaak meer.

De redenen om uit te wijken naar Engeland liepen nogal uiteen. Zo waren er Engelandvaarders die enkel voor het avontuur gingen, terwijl anderen een diepe morele plicht voelden zich gewapenderhand te verzetten tegen de Duitse bezetting. Ook bevonden zich onder de Engelandvaarders leden van het verzet voor wie de grond in Nederland te heet onder de voeten was geworden. Weer anderen vonden het verzet in Nederland te amateuristisch en kleinschalig, en wilden ‘echt’ iets doen. Tot slot behoorden sommige Engelandvaarders tot groepen die actief vervolgd werden door de Duitsers, zoals Joden.

Tegen het einde van de oorlog weken ook steeds meer mensen uit vanwege de toenemende druk die de Duitse bezetter uitoefende op de Nederlandse bevolking. Een druk die resulteerde in impopulaire maatregelen als de verplichte loyaliteitsverklaring voor studenten of de Arbeitseinsatz.




3. Aantallen en routes (naar boven)

Voor zover bekend zijn er 1706 Nederlanders die zich Engelandvaarder mogen noemen. Veel meer mensen hebben het geprobeerd, maar hun pogingen zijn gestrand in bezet gebied. Van 598 pogingen is bekend dat zij tevergeefs waren. 236 van hen kwamen om het leven, 233 overleefden de reis en van de overigen is het lot onbekend. Het is moeilijk de totale aantallen vast te stellen, echter deze lagen zeer waarschijnlijk een stuk hoger.

Er waren grofweg drie routes voor een tocht naar Engeland:

  1. De Noordzee-route (172 personen - 10% van totaal) De meest bekende, maar in absolute aantallen de minst gebruikte route. Met een afstand tot Londen van ongeveer 350 kilometer leek een tocht over zee aantrekkelijk. Vooral in de eerste twee jaren van de oorlog werd deze route veel gebruikt. Later werd de Noordzee-route zo goed als onbegaanbaar. De Duitsers bouwden uitkijkposten en patrouilleerden vanuit de lucht en op het water. Met het begin van de bouw van de Antlantikwall scherpten de Duitsers de controle nog verder aan. Daarnaast legden ze via allerlei verordeningen de beroeps- en pleziervaart aan banden. Tegelijkertijd heerste er een nijpend tekort aan brandstof. Al met al slaagde nog geen kwart van de pogingen via deze route.

  2. De Scandinavië-route (528 personen – 31% van totaal)
    Bij deze route monsterde men aan op een schip om vervolgens in het neutrale Zweden van boord te gaan. Hiervandaan was transport naar Engeland mogelijk, weliswaar met een vertraging van doorgaans een jaar of via een enorme omweg. De Duitsers probeerden vanaf 1941 de Scandinavië-route te blokkeren door allerlei eisen te stellen aan de bemanningsleden en kapiteins van de schepen. Later in de oorlog versoepelden de eisen iets door het tekort aan zeelieden. Ook werd het transport door de geallieerden van Zweden naar Engeland vergemakkelijkt toen de Amerikanen een pendeldienst opzetten voor hun gestrande vliegtuigbemanningen.

  3. De zuidelijke route (958 personen – 56% van totaal)
    Dit was de langste, maar ook de meest genomen route. De route kende vele gevaren, maar had ook het hoogste slagingspercentage. Het vluchttraject liep vanaf de Nederlandse grens via Antwerpen en Brussel, waarna men doorreisde naar Parijs. Van hier ging de route verder - soms met een (eind)stop in het neutrale Zwitserland - naar Vichy-Frankrijk (tot de Duitse bezetting in november 1942) en via Spanje naar Portugal of Gibraltar.
    Naast de vele controles en grensovergangen vormden de Pyreneeën op de grens tussen Frankrijk en Spanje een belangrijke natuurlijke barrière. Met hulp van lokale gidsen werd deze bergketen meestal te voet overgestoken. Soms via de lager gelegen kustgebieden, maar ook dwars over de hoogste pieken.




    Uiteindelijk kwam men zo in Spanje. Na de burgeroorlog in de jaren dertig werd dit land geleid door de fascistische dictator Franco. Hoewel neutraal, had Spanje onder Franco een gematigd pro-Duits regime en stond het niet erg welwillend tegenover de Engelandvaarders. Deze werden dan ook eerst maandenlang in gevangenis of kamp geïnterneerd. Rond 1943, toen de oorlogskansen voor de Duitsers keerden, werd de Spaanse opstelling flexibeler. Na vrijlating in Spanje kon men via Portugal of Gibraltar per boot of vliegtuig doorreizen naar Engeland.

Van 48 Engelandvaarders (3%) is de route niet bekend of is geïdentificeerd dat die buiten de drie bovengenoemde categorieën valt. Zo zijn er Engelandvaarders die de gehele Sovjet-Unie doorreisden om uiteindelijk via Japan en Canada in Engeland te komen.

4. In Engeland (naar boven)

De Engelandvaarders die veilig in Engeland aankwamen, werden door de Engelseveiligheidsdienst MI5 opgewacht en afgevoerd naar het oude scholencomplex van de Patriotic School. Daar werden zij verhoord en onderzocht op betrouwbaarheid.

Iedere Engelandvaarder moest zijn complete reisverhaal tot in detail vertellen, omdat de Britten zo interessante informatie voor de geallieerde oorlogsvoering konden verzamelen. De Britten controleerden de informatie en vergeleken die met wat ze al wisten.

Als de Engelandvaarder de controle door de MI5 doorstond, dan was men vrij. Echter niet voor lang. De Nederlandse Politie-Buitendienst zetten de Engelandvaarders direct weer vast en deed het verhoor nog eens over. Na dit verhoor kon men gaan om zich verplicht aan te melden voor de oorlogsdienst.





5. Meer weten? (naar boven)

Over de Engelandvaart is veel geschreven, variërend van persoonlijke herinneringen van Engelandvaarders tot wetenschappelijke publicaties. Voor mensen die meer willen weten staan in de bibliografie op deze website naast een overzicht van de literatuur die voor de website is gebruikt enkele publicaties die een goed startpunt vormen.